Inleiding bij de gebeurtenisbeschrijvingen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bijhouding van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Het is belangrijk dat het resultaat van de bijhouding van de BAG in alle gemeenten in principe hetzelfde is. Om dat te borgen is in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen en de daarbij behorende lagere regelgeving een aantal eisen vastgelegd. Het voor de bijhouding belangrijkste normatieve document is de Catalogus BAG 2018. In paragraaf 3.6 van dat document wordt bijvoorbeeld beschreven wat de levenscyclus van de verschillende objecten is en wat dit betekent voor de te gebruiken statusaanduidingen. En in paragraaf 3.7.2 staat beschreven hoe in de BAG historie van objecten wordt bijgehouden. In combinatie met de beschrijving van de verschillende attributen en domeinwaarden in hoofdstukken 7 en 8, is daarmee normatief de wijze van vastlegging van gegevens en mutaties daarop in de BAG beschreven. Voor de uitvoeringspraktijk is het wenselijk om de essentie van de bijhouding van de BAG op een meer samenhangende wijze te beschrijven, in relatie tot de omgeving waarin zich wijzigingen voordoen die relevant zijn voor de BAG.
De bijhouding van de BAG is gebaseerd op gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen kunnen zich feitelijk voordoen in de reële wereld (zoals het bouwen of slopen van panden) of komen voort uit besluiten of administratieve handelingen in de administratieve wereld (zoals het verlenen van een bouwvergunning en het toekennen van een adres). Voor elke gebeurtenis geldt dat deze betrekking kan hebben op meer dan één object. Dit hangt af van de gebeurtenis of het brondocument. De gebeurtenissen geven aanleiding tot het opstarten van één of meerdere gemeentelijke BAG-werkprocessen. Dergelijke werkprocessen worden door gemeenten vaak vastgelegd in procesbeschrijvingen of werkinstructies. Gemeenten kunnen deze baseren op de beschrijvingen in deze handleiding. Bij de uitvoering van de werkprocessen wordt gebruik gemaakt van BAG-applicaties om deze werkprocessen te ondersteunen. De leveranciers van deze applicaties hebben daarbij vaak hulpmiddelen ontwikkeld om de verwerking van specifieke gebeurtenissen in de registratie op een eenduidige wijze te kunnen uitvoeren. Leveranciers kunnen deze eveneens baseren op de beschrijvingen in deze handleiding (of alternatief in het gelijkluidende document "Gebeurtenisbeschrijving BAG 2018"). De werkprocessen in combinatie met het gebruik van een BAG-applicatie moeten daarbij leiden tot een bijhouding van de BAG die voldoet aan de normatieve eisen. Het hoofddoel van dit document is dan ook om gemeenten en leveranciers in staat te stellen om de noodzakelijke werkprocessen in te richten en de BAG-applicaties daarop optimaal te laten aansluiten.
De in de BAG-registraties doorgevoerde mutaties worden door gemeenten geleverd aan de Landelijke Voorziening BAG (LV BAG) die door het Kadaster wordt beheerd. Het is essentieel dat wijzigingen in de BAG-registraties op een correcte wijze in de LV BAG worden verwerkt, zodat de LV BAG altijd een exacte kopie is van de gegevens in de verschillende BAG-registraties. Om dit te borgen mogen gemeenten voor de aanlevering van mutaties aan de LV BAG alleen gebruik maken van een versie van een applicatie die voldoet aan een aantal vereisten. Dit betekent in de praktijk dat gemeenten alleen versies van applicaties mogen gebruiken die de zogenaamde conformiteitstoets hebben doorlopen. Leveranciers van BAG-applicaties moeten er dus voor zorgen dat (nieuwe versies van) de applicaties die ze leveren aan gemeenten de conformiteitstoets succesvol hebben doorlopen. Deze conformiteitstoets is gebaseerd op de verwerking van een set gebeurtenissen, die in de vorm van specifieke mutatieberichten worden aangeboden aan de LV BAG op de speciaal hiervoor ingerichte conformiteitstoetsomgeving (CTO). Deze gebeurtenissenset is gebaseerd op de beschrijving in deze handleiding (of alternatief in het gelijkluidende document "Gebeurtenisbeschrijving BAG 2018"). Als alle voorgeschreven gebeurtenissen op de juiste manier als mutatie aan de LV BAG worden aangeboden ontstaat een vulling van de CTO die identiek is aan de beschreven referentieset. In dat geval voldoet de applicatie aan de voorwaarden. Voor het uitvoeren van de conformiteitstoets is voor leveranciers specifieke documentatie van het Kadaster beschikbaar.
Daarnaast worden de mutaties in de BAG-registraties binnengemeentelijk ook aangeleverd voor eventuele verwerking binnen enkele gemeentelijke werkprocessen. Voorbeelden daarvan zijn de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) en de basisregistratie personen (BRP). Het aanleveren van deze mutaties gebeurt door geautomatiseerd berichtenverkeer. Dat berichtenverkeer is gebaseerd op een aantal daarvoor opgestelde standaarden (binnengemeentelijke koppelvlakken). Binnen de beschrijving van deze koppelvlakken spelen gebeurtenissen een belangrijke rol. Hierbij wordt eveneens gebruik gemaakt van de beschrijving van gebeurtenissen in deze handleiding (of alternatief in het gelijkluidende document "Gebeurtenisbeschrijving BAG 2018"). De binnengemeentelijke koppelvlakken voor de BAG zijn beschreven in enkele door VNG Realisatie beschikbaar gestelde documenten.