Met welke frequentie dienen gemeenten de geometrie in de BAG bij te houden?
De BAG schrijft voor dat gemeenten geometrie continu moeten bijhouden. Binnen vier werkdagen na het nemen van een besluit (oftewel de datum van het brondocument) moeten de gegevens zijn verwerkt in de registratie van de bronhouder (zie ook hoofdstuk 4.4 van de Catalogus BAG). Dit geldt dus ook voor wijzigingen aan de geometrie.
Wijzigingen aan de geometrie van panden en verblijfsobjecten treden bijvoorbeeld op bij het verlenen van een omgevingsvergunning. Op dat moment 'ontstaat' het pand/verblijfsobject en dus moeten het pand, het verblijfsobject en de nummeraanduiding binnen vier dagen in de BAG zijn opgenomen. De voorlopige geometrie van het pand en het verblijfsobject moet ook worden opgenomen (pand en verblijfsobject krijgen de status in gebruik (niet ingemeten)
).
De geometrie kan ook wijzigen bij verbouwingen. In deze gevallen dient de geometrie ook binnen vier werkdagen in de BAG verwerkt te zijn. Objecten met voorlopige geometrie moeten binnen zes maanden worden ingemeten. Bij een ingrijpende verbouwing krijgt het nieuwe verblijfsobject bij vergunningverlening de status gevormd
, het oude verblijfsobject blijft in gebruik
. Zodra de melding 'verbouwing gereed' binnenkomt, of bij constatering door een ambtenaar, moeten het nieuwe verblijfsobject en het nieuwe pand de status verblijfsobject in gebruik (niet ingemeten)
of in gebruik
krijgen en dient het oude verblijfsobject ingetrokken te worden. Als de geometrie van het nieuwe verblijfsobject nog niet bekend is, moet deze binnen zes maanden worden opgemeten. Vervolgens dient deze geometrie binnen vier werkdagen in de BAG verwerkt te worden.