Hoe worden gedeeltelijk afsluitbare gebouwen afgebakend?
Er zijn gebouwen die niet in het geheel door wanden zijn omsloten, maar die zijn samengesteld uit een afsluitbaar deel en een deel waarbij de gevel niet geheel omsloten is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan (kap)schuren met gesloten ruimten en een open tussenstuk. Voor het afbakenen van deze gedeeltelijk afsluitbare gebouwen is het van belang te kijken naar de kleinste eenheid die aan alle afbakeningscriteria voldoet.
Een van de afbakeningscriteria is dat een pand afsluitbaar dient te zijn. Bouwwerken met permanente openingen kunnen niet worden afgebakend als pand. Dit betekent dat alleen (onderdelen van) gebouwen die door wanden omsloten zijn als pand in de BAG worden opgenomen.
Dit kan tot gevolg hebben dat één schuur als twee panden in de BAG wordt opgenomen als deze schuur bestaat uit twee afgesloten onderdelen die van elkaar gescheiden zijn door een open gedeelte. De afgesloten onderdelen worden hierbij gezien als de kleinste eenheid die aan alle criteria voldoet. Het open gedeelte wordt hierbij niet gezien als een te registreren (onderdeel van een) pand.
Het is ook mogelijk dat een schuur met twee afgesloten onderdelen en een verbindend gedeelte wél als één pand wordt opgenomen. Dit is het geval als het verbindende gedeelte van de schuur meer dan één verdieping hoog is, zoals bepaald is in de overbouwregels, zoals beschreven in het artikel 'Wanneer wordt overbouw in de BAG geregistreerd?'.
Gerelateerde artikelen met betrekking tot dit artikel:
- Wanneer wordt overbouw in de BAG geregistreerd?(2019-06-26)