Permanente opening

In de BAG Catalogus is aangegeven dat bouwwerken met permanente openingen niet kunnen worden afgebakend als pand.

Een uitzondering hierop die in de Catalogus wordt vermeld betreft een open frontstal:

Een schuur of stal met openingen in de gevel op circa een meter hoogte wordt als volledig door wanden omsloten beschouwd.

Een pand dient bij de totstandkoming te beschikken over een of meer verticale toegangsdeuren waardoor mensen naar binnen kunnen. Een pand heeft geen andere beweegbare delen dan die voor het openen en sluiten van openingen in wanden (of daken). De Catalogus beschrijft daarmee niet of een deur dicht moet zijn, zoals bij wanden wél het geval is.

Dat betekent dat bijvoorbeeld een (grote) garage zich op dit criterium kan kwalificeren als pand. Als het afsluitbaar is met een hek met metalen spijlen, metalen deur met grote gaten of bijv. een roldeur, dan kunnen deze worden gezien als toegangsdeuren.

Een deur kan daarmee dus uit een hekwerk bestaan. Een hekwerk is echter pas een deur als het een bewegend deel is EN dient voor het openen en sluiten van openingen in de gevel, het dak of de laagstgelegen vloer.

Een wand die van hekwerk is gemaakt, kan NIET worden aangemerkt als dichte wand. Dit is een permanente opening en er kan dan geen sprake zijn van een pand. Wanden van roosterwerken en gaasafzettingen zijn ook geen dichte wanden.