2. Is er binnen de ruimte sprake van aaneengesloten samenhangend gebruik?
Bij een verblijfsobject staat het samenhangende gebruik van een ruimte centraal. Er dient in ruimtelijke zin sprake te zijn van een eenheid van gebruik.
Er kan alleen sprake zijn van een eenheid van gebruik als die eenheid exclusief beschikt over alle basisvoorzieningen die zijn vereist voor alle gebruiksdoelen van het verblijfsobject.
Per gebruiksdoel zijn de minimaal vereiste basisvoorzieningen:
- bijeenkomstfunctie: water, toilet;
- celfunctie: water, toilet;
- gezondheidszorgfunctie: water, toilet;
- industriefunctie: geen basisvoorzieningen vereist;
- kantoorfunctie: water, toilet;
- logiesfunctie: keuken, douche, toilet;
- onderwijsfunctie: water, toilet;
- overige gebruiksfunctie: geen basisvoorzieningen vereist;
- sportfunctie: water, toilet;
- winkelfunctie: water, toilet;
- woonfunctie: keuken, douche, toilet.
De basisvoorzieningen houden in dat een verblijfsobject tezamen met zowel alle nabijgelegen ondersteunende ruimten die exclusief ondersteunend zijn aan het verblijfsobject als met alle nabijgelegen openbaar toegankelijke binnenruimten, minimaal moet beschikken over:
- water: een aansluiting voor drinkwater en een afvoer voor huishoudelijk afvalwater;
- keuken: de basisvoorziening water en een aansluiting voor energie en een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel;
- douche: de basisvoorziening water en een aansluiting voor energie en een opstelplaats voor een douche of een bad;
- toilet: de basisvoorziening water en een opstelplaats voor een toilet.
De binnenruimten van een verblijfsobject moeten onderling binnendoor bereikbaar zijn zonder het verblijfsobject te verlaten. Binnenruimten aan weerszijden van bouwkundige scheidingsconstructies tussen bouwwerken die tezamen een ondeelbare eenheid vormen in de afbakening van panden en die elk alleen daarom niet zelfstandig voldoen aan de definitie van een pand, worden hierbij geacht onderling binnendoor bereikbaar te zijn als het ontbreken van openingen in dergelijke scheidingsconstructies de enige belemmering vormt om een groter verblijfsobject af te bakenen. Zo maakt een garagebox die rechtstreeks tegen een woning is aangebouwd en exclusief ondersteunend is aan de woning, samen met de woning deel uit van hetzelfde verblijfsobject, ongeacht of de garagebox vanuit de woning alleen te bereiken is door in de openlucht te komen.
Vorige vraag | Ja | Nee |
---|---|---|
« Naar vraag 1 | Naar vraag 3 » | Naar geen verblijfsobject » |
Gerelateerde artikelen met betrekking tot deze beslisboomvraag:
- Hoe worden gemeenschappelijke ruimtes in een gebouw geregistreerd in de BAG?(2020-12-18)
- Moet een bed & breakfast als verblijfsobject in de BAG worden opgenomen?(2019-06-21)
- Uitwerking aaneengesloten samenhangend gebruik en ontsluiting van een verblijfsobject(2019-01-22)
- Wanneer is een bouwwerk exclusief ondersteunend aan het bouwwerk waartegen het rechtstreeks is aangebouwd?(2024-08-29)
- Wat is het verschil tussen een exclusief ondersteunende voorziening, een gedeelde voorziening en een openbaar toegankelijke voorziening?(2018-08-30)
- Welk gebruiksdoel moet worden geregistreerd?(2019-10-18)
- Wordt bij het gebruiksdoel het feitelijk gebruik of het vergunde gebruik opgenomen?(2018-11-08)